Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Sommigen dan uit de Farizeen zeiden: [19]Deze Mens is van God niet, want Hij [20]houdt den sabbat niet. [21]Anderen zeiden: Hoe kan een mens, [die] [22]een zondaar is, zulke tekenen doen? En er was tweedracht onder hen. 19. Namelijk die op den sabbat uwe ogen met slijk bestreken en geopend heeft. 20. Grieks bewaart. 21. Namelijk uit hunne vergadering gelijk Nikodemus, of iemand dergelijks; hfdst.7 vs.50. 22. Dat is, goddeloos, of een openbaar verachter van Gods wet, gelijk zij Hem hier beschuldigen.